Hoofdstuk 3.  De opmaak

Om de lezer van een schriftelijk betoog nog meer tegemoet te komen, maak je ook gebruik van de opmaak. Het is handig als de lezer niet hoeft te raden of de inleiding is afgelopen, maar dat kan zien. Daarom hier een handleiding voor de opmaak van een tekst.

• Titel

Zet de titel links of in het midden boven je stuk. Zet geen punt achter de titel, eventueel kan er wel een vraag- of uitroepteken achter.

• Alinea’s aangeven

Een nieuwe alinea begin je altijd op een nieuwe regel. Binnen een alinea begin je alleen op een nieuwe regel omdat de vorige vol was. Je begint dus niet, zoals op de basisschool, elke nieuwe zin op een nieuwe regel. Om zeker te weten dat je lezer ziet dat je een nieuwe regel bent begonnen, laat je een regel wit tussen de alinea’s.

• Tekstdelen aangeven

Als je elke nieuwe alinea netjes op een nieuwe regel begint en na elke alinea een regel overslaat, dan kan je lezer nog niet zien waar de inleiding ophoudt en de kern begint. Als je tussen de alinea’s al een regel wit laat, dan sla je er na de titel, na de inleiding en na de kern twee over.